Essentie en doel: Opkruisen in een boeienbaan is op den duur saai en het is moeilijk om echt goed hoog aan de wind varen te leren, omdat het meestal te kort is. Met deze oefening ga je het meer op met z’n allen, om een heel meer op te kruisen. Hierdoor leren cursisten lang achter elkaar goed hoog te varen (met eventueel flink hangen en blok op blok) en goed van elkaar af te kijken / om zich heen te kijken.
Uitvoering
Tijd: Kan je zelf bepalen, meestal ongeveer drie kwartier
Extra benodigdheden: een ‘leidboot’ en een volgboot
Doel: effectief hoog aan de wind varen en opkruisen door af te kijken bij anderen
Vereiste vaardigheden: inzicht hebben in opkruisen en hoog aan de wind varen
Opzet: principe uitleggen, lang varen en cursisten om zich heen laten kijken, volgboot geeft aanwijzingen en sleept bij, evaluatie gaat over ervaringen
Uitvoering: Bij deze oefening heb je bij voorkeur twee boten nodig, afhankelijk van het aantal cursisten en boten. Er is één leidboot, cursisten moeten hier achteraan varen en mogen er niet voorbij. Wanneer ze er voorbij gaan, moeten ze ‘achteraan sluiten’. Spreek ook een maximumbreedte af, maar maak dit behoorlijk ruim. De volgboot houdt de laatsten in de gaten en geeft hun tips hoe ze beter kunnen varen. Eventueel sleept hij ‘bij’, zodat de laatsten vooraan komen te liggen.
Evaluatie: aan de loefzijde van het meer laat je de boten aanleggen en kan je evalueren. Waarom ging iemand nou zoveel harder, en wat is iedereen tegengekomen. Doe dit vooral op basis van de ervaringen van de cursisten: hoog aan de wind varen is vaak een ‘gevoel’ die ze moeten krijgen. Eventueel kan je, bij voldoende wind, ook terug afkruisen en planeren. En anders gijpen/s-gijpen, etc.