Organiseren is vooral bij cwo 3 en 4 in de kielboot een belangrijk thema. Hier een voorbeeldles over hoe je cursisten kan laten kennismaken met het organiseren, zodat ze een basis hebben om complexe manoeuvres uit te voeren.

Tijd: 1 a 1,5 uur.
Extra benodigdheden: anker.
Doel: cursisten aanleren manoeuvres te organiseren.
Vereiste vaardigheden: de manoeuvre die je ze wilt laten organiseren moeten ze al wel een keer gedaan hebben, zodat ze niet alleen falen vanwege onvoldoende uitvoering (uitvoering hoeft echter ook niet vlekkeloos te zijn, inschatting niveau is één van de vereisten bij organiseren)
Opzet: fout laten gaan, voordoen, uitleg daarbij, samen doen, evalueren.

Uitwerking

Fout laten gaan: je begint de dag met de boodschap dat je zeilend op het meer wilt komen, en dat ze dit mooi zelf mogen regelen. Wat ook kan is dat je varend zegt dat je voor anker wilt. Ankeren heeft de voorkeur omdat ze dan lekker kunnen prutsen op het open meer, zonder dat het erg mis kan gaan. Daarna zeg je niets meer qua organisatorische aard, je kan wel technische aanwijzingen geven mocht je dit nodig vinden. Het liefst niet, zodat ze helemaal op zichzelf zijn aangewezen. Met een beetje geluk kom je uiteindelijk zeilend op het meer, met een beetje pech lig je ergens in het riet.

Voordoen: constateer met z’n allen dat het fout ging, en vraag je af hoe het fout ging. Zeg ook wat er goed ging wat betreft organiseren. Neem dan zelf het commando, en laat vanuit de positie waar je ligt (anker, riet, varend) een mooi voorbeeld zien van hoe je moet organiseren. Nadruk ligt op het organiseren, niet op de vaardigheid van hijsen/strijken. Heel duidelijk onderscheiden: plan bedenken, vertellen, taken verdelen, uitvoeren en controleren.

Uitleg: laat degene die toekeek bij het voordoen, vertellen wat het verschil was met de eerste keer. Introduceer plan bedenken, plan vertellen, taken verdelen, uitvoeren en controle. Leg uit wat het inhoudt, en vertel dat je dit altijd doet. Schat daarbij altijd in hoe lang dingen duren, en hoe goed men is in het uitvoeren van taken.

Samen doen: Nu kunnen ze met z’n tweeën dezelfde of een andere manoeuvre uitvoeren, waarbij ze stapsgewijs de stappen doorlopen. Als er tijd is nog een keertje wisselen, of bijvoorbeeld de een voor anker gaan, de ander ankerop.

Evalueren: Laat de cursisten ontdekken waar ze minder in zijn en breng dit een volgende keer vlak voor een situatie/oefening naar voren, zodat hij daadwerkelijk kan verbeteren.