Het varen met een trapeze zorgt voor veel extra snelheid: alle windkracht die door gebrek aan gewicht wordt omgezet in helling, wordt nu omgezet in snelheid, wat voor een aanzienlijke snelheidsvermeerding zorgt. Het trapezevaren kan worden onderverdeeld in een aantal handelingen: ten eerste het in de trapeze komen, ten tweede het trapeze hangen en ten derde het uit de trapeze komen en overstag gaan of gijpen.
In de trapeze komen
Nadat je bent ingehaakt, en het trapezekoord aan de haak van je trapezevest is bevestigd, moet je eenvoudig in de trapeze kunnen stappen. Het koord moet strak staan op het moment dat je op het gangboord zit. Afhankelijk van de afspraken die je hebt met je stuurman (ga je op eigen initiatief of geeft hij commando) stap je in de trapeze. Dit kan op twee manieren. De eerste is de rustige manier. Je begint met je been wat het dichtste bij de zijstag zit. Deze zet je binnen de zijstag op het gangboord. Ondertussen houd je spanning op het trapezekoord, deze moet spanning houden anders raakt hij los (zie foto).
Vervolgens strek je je voorste been en ga je steeds verder naar buiten hangen. Daarna zet je je achterste been bij en kom je in volledige stand (zie foto 2).
Â
De tweede manier is een veel snellere. In dit geval ben je ingehaakt. Je zet beide handen op het gangboord en zet zo hard mogelijk af. Je ‘vliegt’ dan naar buiten en kan direct staan.
In de trapeze staan
Wanneer je eenmaal staat, is het de stuurman die je zo lang mogelijk in de trapeze houdt. Zelf moet je ervoor zorgen dat je zoveel mogelijk gewicht naar buiten brengt. Dit doe je door je voeten vrij dicht naast elkaar neer te zetten, zodat er nog ongeveer 2 voeten tussen kunnen. Je staat volledig gestrekt. Je armen breng je voor je borst of achter je hoofd.
Soms verliest het zeil zoveel druk, dat je naar binnen moet komen om de boot niet om te laten slaan naar loef. Je voorste been houd je gestrekt, je achterste been buig je. Op deze manier komt er veel gewicht binnenboord, maar kan je ook weer snel staan (namelijk alleen je achterste been strekken’). Een andere subtielere manier om minder te gaan hangen, is door het verstelkoord van de trapeze omhoog te trekken.
Overstag / gijpen
Wanneer je overstag gaat of moet gijpen, moet je zo snel mogelijk van de ene kant naar de andere kant. Dit betekent dat je uit de trapeze moet komen, moet uithaken, je fok en/of gennaker naar de andere kant moet brengen, weer moet inhaken en in de trapeze gaan staan. Dit zijn best veel handelingen in een zeer korte tijd. Het is met name belangrijk om goede afspraken te maken met je stuurman wanneer je weer in de trapeze staat en wanneer je eruit komt.
tip: om sneller trapeze te gaan staan, wat op een laser vago nodig is als het wat harder waait is; je trapeze handle vastpakken, naar buiten stappen en dan pas inhaken. dit scheelt tijd en onzekerheid of je haak nog wel goed vast zit.
omgekeerd voor het terug naar binnen komen.