Bij een lagerwal gaat het erom, veilig aan te komen aan een wal waar je niet kan komen met je zeilen gehesen. Kort maar krachtig: bij een lagerwal strijk je de zeilen bovenwinds, zorg je dat de boot aangemeerd kan worden (stootwillen, landvasten), en drijf je naar de lagerwal toe.
Om een lagerwal te maken zijn er twee verschillende manieren (wel meer, maar die behandel ik hier niet). Dit is ten eerste bovenwinds strijken, de boot omdraaien, met de punt naar de kant toe sturen, en op het laatste moment de boot op halve wind leggen. Dit is ook de wijze die met CWO III en CWO IV wordt aangeleerd.
(De situatie hier is een langswal waar een lagerwal op wordt gemaakt, de essentie van het bovenwinds strijken en opsturen is echter hetzelfde. video opgenomen op zeilschool Neptunus)
Aan deze methode zijn een paar voordelen, en een paar nadelen. Het grote voordeel is dat je de boot redelijk bestuurbaar houdt, aangezien je constant vaart maakt. Daarbij kan je behoorlijk veel corrigeren, mocht je nou niet helemaal bovenwinds zitten. Waar je erg op moet letten bij deze lagerwal, is dat je rekening houdt met het doorschieten van de boot, terwijl je denkt dat je precies bovenwinds zit. De boot draait namelijk door, waardoor je niet meer helemaal bovenwinds uitkomt (afbeelding 2).
Door de grote draaicirkel, zeker in kleine ruimtes zoals op de afbeelding, zal je dus halve wind aankomen. Dit heeft, zeker bij wat hardere wind, tot gevolg dat je wellicht de lagerwal helemaal niet haalt. Dit gebeurt vaak wanneer er op het moment van strijken nog erg veel vaart is en behouden blijft, door bijvoorbeeld langzaam strijken of een half killende fok.
Dan methode 2. Dit is aan de wind bovenwinds strijken, en in plaats van naar de kant sturen, drift/verlijer je langzaam naar de lagerwal. (zie afbeelding 3). Het voordeel hiervan is dat je heel dicht bij kan strijken, en echt heel erg mooi uitkomt. Het nadeel is dat je redelijk onbestuurbaar bent, en het risico op doorschieten altijd blijft bestaan. Essentieel is dat je op het moment van strijken stilligt, zodat je automatisch naar de wal drijft. Dit vereist daarom behoorlijk veel ervaring en oefening.
Methode 1
Voordelen
- Bestuurbaarheid
- Mogelijkheid tot correctie
Nadelen
- Relatief veel ruimte nodig
- Bij kleinere ruimtes veel kans op doorschieten
Methode 2
Voordelen
- Snelheid
- Nauwkeurigheid
- Weinig ruimte nodig
Nadelen
- Minder foutencorrectie mogelijk
- Onbestuurbaarheid
Kunt u mij misschien vertellen op welk moment van de lagerwal type 1 een strijkfok het best gestreken kan worden? Is het het handigst om dit al te doen vóór het strijken van het grootzeil zodat rust behouden wordt tijdens het strijken en dat je daarna afvalt zodat je voordewind door de wind naar de wal geduwd wordt? Of kan je dit beter doen na het afvallen net als met een rolfok?
Beste Julia,
Beetje een inschatting van situatie en wind. Bij harde wind vind ik het prettig om hem wel weg te halen, inderdaad om rust te bewaren. De wind is dan toch zo hard, dat de boot snel vaart krijgt waardoor hij weer bestuurbaar wordt. En heb je de fok niet nodig. Mocht je hem toch nodig hebben, kan je hem altijd weer even hijsen (immers zo gebeurd).
Bij veel minder wind kan je hem makkelijk laten staan. Ook omdat je bij weinig wind vaker doorschiet (inschatten wanneer je stilligt is dan veel moeilijker).
Groeten, Pieter