Na mijn vorige post over het driften op halve wind heb ik weer een heleboel mooie en nieuwe dingen geleerd met driften. De driftbeweging zoals uitgelegd in die post klopt helemaal, maar er kunnen nog een aantal andere interessante zaken worden gedaan met het driften.
Aan de wind
Naast het driften op halve wind, waar het grootzeil ontzettend strak staat, de fok bak en het roer helemaal uit, kan je ook de driftbeweging op andere koersen maken. Dit is ten eerste een aandewindse driftbeweging. Hoe doen we dit? vrij eenvoudig, door de fok los te laten. Hierdoor draait de boot richting aan de wind. Wanneer hij te snel draait en overstag wil gaan, moet je de fok weer iets aantrekken. Met deze beweging kan je dus aan de wind driften, ideaal voor bijvoorbeeld een hogerwal!
Overstag
Uiteraard kan je ook overstag! Hiervoor laat je ook de fok weer los(ser), roer iets naar je toe en het grootzeil iets losser. Hierdoor krijg je een heel klein beetje snelheid, en ga je vooral ook oploeven. Wanneer je door de wind bent, drift je eenvoudigweg de andere kant op.
Ruime en voor de wind
Ook is het mogelijk om op een ruimere wind te driften. Hiervoor moet je de fok juist wel extreem aantrekken, en het grootzeil naar binnen trekken. Het roer moet juist weer een stuk rechter, en zelfs een beetje de andere kant op (afvallen). Dit heeft tot effect dat je naar achteren gaat driften, en een ruimere koers gaat varen. Deze positie van het zeil lijkt al heel erg veel op het achteruit varen. Je kan zelfs zo ver gaan, dat je gaat gijpen! (alhoewel je dit ook kan definiƫren als achteruitvarend overstag).
Deze manoeuvre is handig om heel erg langzaam te bewegen, bijvoorbeeld voor een brug.
Zo zie je maar weer: er is heel veel mogelijk met alleen een simpele driftbeweging, welke wind er ook staat (tot en met begin windkracht 4, daarna ga je finaal om, omdat je het grootzeil dan niet meer plank kan trekken.)
GEWELDIG! super bruikbaar en duidelijk beschreven!!!!
Bedankt voor vele, vele, goede tips!